Zo haal je deze winter de meeste vogels naar je tuin
In dit artikel:
In de winter lijkt de natuur kaal en somber, maar juist tussen de takken valt veel leven te zien — vooral vrolijke tuinvogels. Tuinvogelexpert Timo Roeke van Vogelbescherming Nederland legt uit dat je vogels het beste op lange termijn helpt door je tuin vol te zetten met geschikte planten; bij strenge vorst is bijvoeren nuttig, maar geen structurele oplossing.
Kies bij voorkeur inheemse planten die veel zaden produceren en laat bladeren liggen: dat levert natuurlijke voedselbronnen op en beperkt ook onderhoud. Vogelbescherming biedt met vogelrijkestad.nl een gratis database waarmee je per soort kunt nagaan welke bomen en planten aantrekkelijk zijn en of een vogel in jouw regio voorkomt — handig om teleurstelling te voorkomen.
Voorbeelden van wintergasten en hoe je ze lokt:
- Goudvink: zeldzaam in stedelijke gebieden zoals de Randstad, maar bij strenge kou kunnen ze de stad opzoeken. Mannetjes hebben een roodachtige borst; ze eten vooral zaadjes. Zonnebloemen en korenbloemen trekken ze aan (brandnetels ook, maar minder populair bij tuiniers).
- Kramsvogel en koperwiek: trekvogels die van oktober tot maart in Nederland verblijven. Ze lijken op lijsters; de koperwiek heeft een koperkleurige vleugelvlek. Leg rottende appels neer of plant bessenstruiken om ze te voeren.
- Roodborstje: het hele jaar aanwezig, maar populaties wisselen — sommige trekken naar Spanje/Portugal, anderen komen uit Scandinavië en zijn vaak tammer en minder schuw.
Kortom: met gerichte beplanting, wat seizoensgebonden voedsel (zoals zaden, rottend fruit en bessen) en een beetje geduld maak je van je tuin een aantrekkelijke plek voor wintervogels — en geef je jezelf tegelijk een natuurboost in donkere maanden.