Zo bepaalt je smartwatch je 'biologische leeftijd' (en zo betrouwbaar is dat)
In dit artikel:
Sporthorloges meten tegenwoordig veel meer dan alleen stappen en hartslag: ze combineren door jou ingevoerde gegevens (leeftijd, geslacht, lengte, gewicht, trainingsniveau) met sensormeting van activiteit, slaap, rusthartslag, hartslagvariabiliteit (HRV) en soms een geschatte VO2max. Op basis van die mix berekent het horloge een zogenaamde fitness- of biologische leeftijd, die aangeeft hoe “jong” je lichaam op bepaalde punten lijkt vergeleken met je kalenderleeftijd.
De onderliggende modellen putten uit medische en fysiologische onderzoeksgegevens — bijvoorbeeld dat een lage rusthartslag en hoge HRV vaak samengaan met een gezonder hart en beter stressherstel — maar ze zijn geen volledige weergave van iemands gezondheid. Elk merk gebruikt eigen algoritmes, waardoor Apple, Fitbit, Garmin of Zepp elkaar niet altijd zullen bevestigen; uitslagen kunnen sterk uiteenlopen. Bovendien zeggen één of enkele metingen nooit alles over het hele lichaam: factoren als ziekte, stress, alcohol of meetfouten beïnvloeden resultaten.
Een sporthorloge is geen medisch instrument en kan je levensduur niet voorspellen. Wel levert het bruikbare inzichten en werkt het voor veel mensen als motivatie om meer te bewegen, beter te slapen of leefstijl aan te passen. Belangrijker dan de absolute “leeftijd” is het langdurige patroon: verbeteringen in rusthartslag, slaap en VO2max zijn zinniger dan een enkele score. Raadpleeg bij gezondheidsvragen altijd een professional.