We kunnen eindelijk zien hoeveel ultrabewerkte voeding mensen echt eten (en wat dat doet met hun gezondheid)
In dit artikel:
Amerikaanse wetenschappers van het National Cancer Institute hebben een nieuwe methode ontwikkeld om nauwkeurig te meten hoeveel ultrabewerkt voedsel mensen daadwerkelijk consumeren. Ultrabewerkte voeding omvat producten die in fabrieken worden gemaakt en moeilijk zelf thuis na te bereiden zijn, zoals kant-en-klare maaltijden, chips, koekjes en frisdrank. Deze producten bevatten vaak toevoegingen zoals smaakstoffen, kleurstoffen en emulgatoren, die in gewone keukens zelden worden gebruikt.
Tot nu toe vertrouwden onderzoekers vooral op zelfrapportages via vragenlijsten om de inname van ultrabewerkt voedsel te bepalen, maar deze methoden zijn onnauwkeurig omdat deelnemers zich mogelijk niet alles herinneren of niet willen toegeven welk voedsel ze hebben gegeten. Ook is het moeilijk vast te stellen of bijvoorbeeld brood zelfgebakken of industrieel geproduceerd is.
De doorbraak van het onderzoek ligt in het meten van bepaalde metabolieten in bloed en urine, kleine moleculen die ontstaan wanneer het lichaam voedsel verwerkt. Het team rond Erikka Loftfield onderzocht meer dan 700 volwassenen en ontdekte dat specifieke metabolietscores een betrouwbare vingerafdruk vormen van ultrabewerkte voeding. In een gecontroleerd experiment met 20 proefpersonen bleek dat deze scores duidelijk aangeven wanneer iemand veel of weinig fabrieksvoedsel eet.
Sommige van deze stofjes geven daarnaast interessante inzichten in de voeding. Zo correleert het aminozuur (S)C(S)S-S-methylcysteïnesulfoxide negatief met de inname van ultrabewerkt voedsel en komt het voor in groenten zoals broccoli, wat impliceert dat mensen die veel fabrieksvoeding eten minder groenten binnenkrijgen. Anderzijds nam een geavanceerd glycatiesubstantie, N6-carboxymethyllysine, toe bij hogere consumptie van ultrabewerkte producten, wat kan verklaren waarom dergelijk voedsel in verband wordt gebracht met ziektes zoals diabetes en hartproblemen.
De onderzoekers benadrukken dat ze de poly-metabolietscores verder willen verfijnen en testen bij diverse bevolkingsgroepen en leeftijdscategorieën om de methode breed toepasbaar te maken. Hun doel is om zo een objectief en betrouwbaar instrument te creëren dat in grote bevolkingsstudies kan helpen verbanden tussen dieet en gezondheid aan te tonen zonder afhankelijk te zijn van zelfrapportage. Deze aanpak kan een belangrijke stap zijn om beter inzicht te krijgen in de impact van ultrabewerkte voeding op onze gezondheid.