Water ontstond mogelijk al verrassend snel na de oerknal
In dit artikel:
Onderzoek toont aan dat de eerste watermoleculen mogelijk 100 tot 200 miljoen jaar na de oerknal zijn ontstaan, lang voordat de eerste sterrenstelsels verschenen. Na de oerknal bestond het universum voornamelijk uit waterstof en helium, met slechts sporen van andere elementen. Hierdoor konden nog geen watermoleculen gevormd worden. Pas toen de eerste sterren kernfusie ondergingen, ontstonden zwaardere elementen zoals zuurstof, die nodig zijn voor de vorming van water.
Een team onder leiding van kosmoloog Daniel Whalen van de Universiteit van Portsmouth simuleerde met computermodellen de evolutie van deze eerste sterren. Grote sterren produceerden meer zuurstof en daardoor meer water, terwijl kleinere sterren kleinere hoeveelheden genereren. De onderzoekers concludeerden dat water zich vormde tussen de 3 en 90 miljoen jaar na een supernova-explosie.
Een belangrijke ontdekking is dat het geproduceerde water niet gewoon verspreid werd, maar door zwaartekracht samenklonterde, wat leidde tot de vorming van tweede generatie sterren en mogelijk zelfs planeten. Dit heeft aanzienlijke implicaties voor ons begrip van de timing van de ontwikkeling van leven in het universum. De onderzoekers willen nu verder onderzoeken of deze vroege waterdamp de intense straling van de stervorming heeft overleefd, wat erop zou wijzen dat deze moleculen ook heden ten dage nog bestaan. Het onderzoek benadrukt het belang van vloeibaar water voor de chemie van leven en de zoektocht naar bewoonbare exoplaneten met behulp van bijvoorbeeld de James Webb-ruimtetelescoop.