Wanneer ben je 'zwaargewond'?
In dit artikel:
Bij een calamiteit willen omstanders en media snel weten hoe ernstig slachtoffers eraan toe zijn, maar ‘zwaargewond’ is geen eenduidig, direct waarneembaar begrip. Op de plek van een incident (bijvoorbeeld een ingestorte circustent) beoordelen hulpverleners eerst met een triagesysteem wie het eerst hulp nodig heeft. Dat gaat niet primair om het precies vaststellen van verwondingsomvang, maar om urgentie: T1 betekent onmiddellijke levensreddende zorg, T2 vereist binnen enkele uren behandeling om complicaties te voorkomen, T3 kan volstaan met eenvoudige eerste hulp en eventueel later ziekenhuisbezoek, en T4 betreft overledenen.
In het ziekenhuis vindt daarna een medische inschatting plaats op basis van de Injury Severity Score (ISS), een schaal van 1 tot 75 die ernst, locatie en aantal verwondingen combineert; een ISS boven 15 geldt als zwaargewond. Die score is technisch en geeft een objectievere maat voor letselzwaarte dan de eerste triage op de plaats van het ongeval.
Wat uiteindelijk in de media verschijnt bepaalt meestal de politie: zij vat letsel vaak praktisch samen. Zoals een woordvoerder van Politie Oost-Nederland aan de NOS verklaarde: “Zwaargewond betekent voor ons dat het gaat om een ziekenhuisopname. Iemand die naar huis kan is lichtgewond.” Daardoor krijgt het publiek vaak een vereenvoudigde indeling (doden, zwaargewonden, lichtgewonden), terwijl slachtoffers meerdere keren en op verschillende manieren worden geclassificeerd tijdens het reddings- en behandelproces.
Kortom: ‘zwaargewond’ kan verwijzen naar iemand met directe levensgevaarlijke problemen op de plek van het ongeluk (triage), naar een medisch vastgestelde hoge ISS-score in het ziekenhuis, of — in persberichten — naar personen die voor opname naar het ziekenhuis moeten. Deze verschillen verklaren waarom nieuwsberichten soms sterke, maar vereenvoudigde indrukken geven van hoe ernstig slachtoffers werkelijk zijn.