Waarom we zin hebben in een toetje, zelfs als we al vol zitten
In dit artikel:
Onderzoek aan muizen heeft aangetoond dat neuronen die de verzadiging reguleren, ook verantwoordelijk zijn voor het verlangen naar suiker. Dit kan verklaren waarom mensen na een maaltijd vaak nog trek hebben in zoetigheid. De studie, geleid door hersenwetenschapper Henning Fenselau van het Max Planck-instituut, richtte zich op pro-opiomelanocortine-neuronen (POMC-neuronen) in de hypothalamus, die ook opioïden aanmaken die het verlangen naar suiker beïnvloeden.
Tijdens het onderzoek bleek dat bij muizen de neuronenactiviteit in de paraventriculaire kern van de thalamus (PVT) toeneemt wanneer ze een suikerrijk toetje eten, zelfs na een vullende maaltijd. Vergeleken met hun reguliere voedsel nam de activiteit in deze hersenregio toe, wat wijst op een neurologische basis voor de drang naar zoetigheid. Bovendien, door de signalen tussen de POMC-neuronen en de PVT te onderdrukken, aten de muizen 40 procent minder van hun toetje.
Fenselau speculeert dat deze hersenroute zich mogelijk heeft ontwikkeld omdat suiker efficiënter in energie omgezet kan worden dan andere voedingsstoffen, wat kan uitleggen waarom mensen, zelfs als ze vol zitten, nog altijd zoetigheden blijven verlangen. Dit onderzoek biedt potentieel voor nieuwe behandelingsmogelijkheden voor obesitas, hoewel het complex blijft door de vele factoren die eetlust en verlangen beïnvloeden.