Waarom polyamoreuze relaties tegenwoordig vaker voorkomen dan vroeger
In dit artikel:
Polyamorie—het bewust onderhouden van meerdere romantische relaties met instemming van alle betrokkenen—is de afgelopen jaren zichtbaarder en meer bespreekbaar geworden. Jonge generaties herdefiniëren trouw en persoonlijke vrijheid, waardoor alternatieve relatievormen beter passen bij hedendaagse opvattingen over eerlijkheid en zelfkeuze. Sociale media, online gemeenschappen en datingapps maken het makkelijker om gelijkgestemden te vinden en taboes te doorbreken, wat bijdraagt aan de toegenomen zichtbaarheid.
Wetenschappelijk onderzoek naar polyamorie is sterk gegroeid. Een uitgebreide analyse uit 2023 van ruim tweehonderd studies toont een sterke stijging: waar in de jaren ’70 nog ongeveer tien studies verschenen, waren dat er tussen 2020 en 2023 circa negentig. Onderzoekers van Virginia Tech merken op dat die toename niet louter wetenschappelijke nieuwsgierigheid weerspiegelt, maar ook het resultaat is van meer openheid onder mensen zelf. Tegelijk merken ze op dat het veld nog jong is: iets meer dan de helft van de studies hanteert een theoretisch kader, waardoor veel onderzoek beschrijvend blijft in plaats van verklarend.
De resultaten uit bestaand onderzoek laten zien dat mensen in polyamoreuze of open relaties gemiddeld even tevreden zijn over hun partnerschap als monogame stellen, en soms iets hoger scoren op communicatie en relatievoldoening. Op het gebied van seksuele gezondheid doen dergelijke relaties het niet slechter; in sommige gevallen is er juist meer aandacht voor grenzen en bescherming omdat partners explicieter over deze thema’s praten.
In Nederland groeit de discussie ook. Een NPO-peiling onder 16- tot 34-jarigen liet zien dat 12 procent openstaat voor polyamorie. Onder de gehele bevolking gaf het Sociaal en Cultureel Planbureau aan dat 8 procent positief staat tegenover polyamorie, terwijl 65 procent monogamie prefereert. Ongeveer 40 procent vindt polyamorie acceptabel mits het eerlijk gebeurt, maar ongeveer de helft kan zich zo’n relatievorm niet voorstellen.
Relatietherapeuten benadrukken dat polyamorie vaak meer communicatie en emotioneel werk vereist dan veel monogame relaties. Kinderpsychologen waarschuwen dat kinderen baat hebben bij duidelijke afspraken en voorspelbaarheid in wie voor hen zorgt. Seksuologen en het RIVM geven aan dat polyamorie op zichzelf geen gezondheidsprobleem is; succes hangt af van goede organisatie, openheid en emotionele balans.
Kortom: de opkomst van polyamorie past in een bredere maatschappelijke verschuiving naar meer keuzevrijheid en transparantie in liefde. Of het werkelijk vaker voorkomt of vooral vaker benoemd wordt, blijft deels onduidelijk, maar de maatschappelijke aandacht en wetenschappelijke belangstelling zijn duidelijk toegenomen.