Waarom krijgen stormen een naam? Alle stormnamen voor 2025-2026

In dit artikel:

Sinds 1 september is het nieuwe stormseizoen geopend en daarmee zijn ook de nieuwe stormnamen van kracht. Stormen krijgen namen zodat meteorologen, media en het publiek eenduidig over hetzelfde weersysteem kunnen spreken—dat vermindert verwarring, vergroot de urgentie en versnelt waarschuwingen en nazorg-registratie.

De belangrijkste redenen om stormen te benoemen zijn:
- duidelijkere communicatie tussen weerdiensten en nieuwsvoorziening;
- groter bewustzijn bij burgers, wat de kans vergroot dat mensen zich voorbereiden;
- efficiëntere verspreiding van waarschuwingen;
- handiger archiveren en bestuderen van stormen achteraf.

Uit onderzoek van het KNMI blijkt dat vrijwel alle Nederlanders weten dat stormen namen krijgen (98%). Ongeveer een kwart vindt die naamgeving nuttig, terwijl bijna de helft er neutraal tegenover staat.

Wie bepaalt die namen? In Europa werkt de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) coördinerend; het continent is opgedeeld in vijf regionale groepen. Nederland valt in de West-Europese groep samen met het Verenigd Koninkrijk en Ierland. Namen worden per groep vastgesteld; in het VK en Ierland kan het publiek meedoen met suggesties. Voor 2025–2026 koos Nederland de namen op basis van inzendingen tijdens de KNMI-open dag in 2024.

Een storm krijgt doorgaans een naam wanneer de verwachte impact groot is en de kans op echt slechte weersomstandigheden substantieel. Meestal is dat bij waarschuwingen niveau oranje of rood voor zware windstoten; soms al bij geel als opschaling waarschijnlijk is of wanneer de storm al een naam heeft gekregen in een buurland. Zodra een naam is gegeven blijft die aan het systeem gekoppeld, ook als het naar een ander gebied trekt.