Verminkte lichamen getuigen van schokkend bloedbad in prehistorisch Groot-Brittanië

In dit artikel:

Minstens 37 individuen, waaronder mannen, vrouwen en kinderen, werden op gruwelijke wijze om het leven gebracht tijdens een uitzonderlijke slachting in de bronstijd in Groot-Brittannië, ongeveer vierduizend jaar geleden. Deze gebeurtenis, die mogelijk ritueel geweld betrof, vond plaats in Charterhouse Warren, Somerset, en is de grootste bekende uitbraak van massaal geweld uit deze periode. Archeologen wijzen op een doelbewuste ontmenselijking van de slachtoffers, mogelijk als wraak en om een politieke boodschap over te brengen.

In de jaren '70 en '80 werden al menselijke resten ontdekt in de grotschacht, maar recent onderzoek door een team uit Oxford onthulde een aanzienlijke hoeveelheid botten met duidelijke sporen van geweld. De analyse toonde aan dat de slachtoffers, voornamelijk oudere kinderen, met zware verwondingen en op brutale wijze waren gedood. Er zijn aanwijzingen van ernstige mishandeling van de lichamen, waaronder onthoofding en het verwijderen van ledematen, wat wijst op een strategische en gewelddadige aanval.

Naast het geweld zijn sommige botten mogelijk ook beschadigd door bijten, wat kan wijzen op kannibalisme, hoewel deze theorie niet definitief is. Bovendien werd DNA van de pestbacterie gevonden op twee van de slachtoffers, wat een nieuw mysterie toevoegt aan de omstandigheden van hun dood.

De onderzoekers concluderen dat sociale spanningen, mogelijk verergerd door ziekte, leidde tot deze gewelddadige uitbarsting. Dit voorval lijkt meer dan slechts een massamoord; het vertegenwoordigt een complex en doordacht antwoord van de betrokken gemeenschappen. Het is zeer waarschijnlijk dat deze gebeurtenis leidde tot langdurige geweldscycli en nieuwe conflicten in de regio.