Vanaf wanneer ben je oud? Dit zegt de wetenschap
In dit artikel:
Ouderdom is volgens wetenschappelijk onderzoek niet eenduidig te bepalen aan uiterlijke kenmerken zoals rimpels, grijs haar of een terugtrekkende haarlijn, omdat deze vooral cosmetisch van aard zijn. Verouderingsexpert Martijn Huisman van het Amsterdam UMC en de Vrije Universiteit benadrukt dat ouderdom vooral een subjectieve ervaring is, sterk beïnvloed door iemands sociale rol en zelfbeeld. In zijn studie onderscheidt hij de derde leeftijd, die begint rond pensionering en duurt zolang iemand zelfstandig dagelijkse activiteiten kan uitvoeren, van de vierde leeftijd, waarin iemand afhankelijk wordt van hulp bij basale bezigheden zoals aankleden en verplaatsen.
De overgang naar de vierde leeftijd wordt geassocieerd met een afname in levensvreugde, bewegingsvrijheid en het verlies van waardevolle activiteiten. Huisman stelt dat je zelfs op hoge leeftijd, bijvoorbeeld 102 jaar, jong van geest kunt blijven zolang je zelfstandig functioneert. Hoewel er biometrische indicatoren zijn die een indruk geven van iemands gezondheid, blijkt de eigen beleving van gezondheid een goede voorspeller voor levensverwachting. Dit bevestigt het idee dat ‘je bent zo oud als je je voelt’ een realistisch uitgangspunt is.
Kortom, fysieke achteruitgang of beginnende ouderdomstekenen zijn geen directe maatstaf voor oud zijn. Zolang iemand zelfstandig kan blijven participeren in het dagelijks leven en zich vitaal voelt, behoort die persoon nog tot de derde leeftijd en is hij of zij dus nog niet officieel ‘oud’ in de zin van hulpbehoevendheid en afhankelijkheid zoals in de vierde leeftijd. Dit biedt een positief perspectief op ouder worden, waarbij zelfbeschikking en eigen perceptie centraal staan.