Stenen gereedschap helpt apen overleven in barre omstandigheden

In dit artikel:

Geelborstkapucijnapen, een met uitsterven bedreigde soort, zijn ontdekt in een veel groter gebied in Brazilië dan voorheen gedacht. Onderzoek door ecoloog Waldney Martins en collega's aan de Staatsuniversiteit van Montes Claros onthulde dat deze apen zich hebben aangepast aan drogere omgevingen door het gebruik van stenen gereedschappen om taaie palmvruchten te openen. Dit stelt hen in staat om te overleven in nieuwe gebieden die bijna 20.000 vierkante kilometer aan hun habitat hebben toegevoegd, wat cruciaal is voor hun voortbestaan.

De apen leven voornamelijk in het Atlantisch Woud, maar recente bevindingen tonen aan dat ze ook in drogere gebieden ten zuiden daarvan voorkomen. Dit gebruik van stenen zou een toekomstige evolutieve strategie kunnen zijn, vergelijkbaar met die van vroege menselijke voorouders. Het onderzoek wakkert discussies aan onder wetenschappers, waarbij primatoloog Michael Gumert vraagt of de apen zich eerst vestigden in drogere gebieden en daarna gereedschappen gingen gebruiken, of andersom.

Archeoloog Michael Haslam benadrukt dat het bewijs voldoende kan zijn om de hypothese te ondersteunen dat deze aanpassing heeft bijgedragen aan de uitbreiding van hun leefgebied. Desondanks blijft het onduidelijk of deze ontwikkelingen de bedreigde soort daadwerkelijk kunnen helpen te overleven in een veranderend milieu. De studie benadrukt het belang van aanpassingen van dieren in reactie op milieuveranderingen, zowel voor de kapucijnapen als voor soortgelijke uitdagingen waarmee mensen geconfronteerd worden.