Steentijdmensen kerfden 'zonnestenen' om vulkanische winter te beëindigen
In dit artikel:
Archeologen hebben in Denemarken, op het eiland Bornholm, honderden zogenaamde ‘zonnestenen’ ontdekt die dateren uit ongeveer 2900 v.Chr. Deze platte stenen, versierd met zon- en plantenafbeeldingen, zijn vermoedelijk ceremonieel begraven als reactie op een ernstige vulkaanuitbarsting die rond die tijd het zonlicht ontnam. In totaal zijn 614 stenen en fragmenten opgegraven op de vindplaats Vasagård.
De vondsten kwamen uit een laag die ook aardewerk van de trechterbekercultuur bevatte, wat wijst op menselijke activiteit in de regio. De stenen, die vaak in greppels zijn aangetroffen, waren bedekt met aardewerk en botten, wat suggereert dat hun begraving een weloverwogen handeling was. Archeoloog Rune Iversen van de Universiteit van Kopenhagen heeft het idee dat de stenen zijn begraven in een poging om de zon terug te brengen of om te vieren dat de lucht na de uitbarsting weer helder was.
Analyses van ijskernen uit Groenland en Antarctica tonen hoge concentraties sulfaat aan in deze periode, wat wijst op de gevolgen van een vulkaanuitbarsting nabij de evenaar. De vulkanische activiteit zou een breed gebied hebben getroffen en resulteerde in een drama voor de landbouwgemeenschappen van die tijd, die afhankelijk waren van de zon voor hun oogsten. Hoewel het verschijnsel uniek lijkt voor Bornholm, wordt ook overwogen dat culturele isolatie op het eiland heeft bijgedragen aan deze specifieke praktijk.