Politieke moorden zijn in Nederland zeldzaam: 1 per 200 jaar

donderdag, 11 september 2025 (15:11) - Quest.nl

In dit artikel:

Op 10 september 2025 werd in Utah conservatieve activist en Trump-bondgenoot Charlie Kirk neergeschoten tijdens een bijeenkomst; hij overleed later aan zijn verwondingen. Zijn dood staat in een lange Amerikaanse traditie van politiek gemotiveerde aanslagen — van Lincoln en Kennedy tot Martin Luther King — en roept de vraag op hoe het beeld in Nederland eruitziet.

De meest recente en ingrijpende politieke moord in moderne Nederlandse geschiedenis is die op Pim Fortuyn. Op 6 mei 2002 schoot Volkert van der Graaff hem neer op het Mediapark in Hilversum, negen dagen voor de Tweede Kamerverkiezingen. De gebeurtenis schokte het land en leidde er niettemin toe dat Fortuyns partij, de LPF, bij de verkiezingen 26 zetels behaalde.

Historisch gezien zijn politieke moorden in de Lage Landen al veel ouder. In 1672, het rampjaar, werden raadpensionaris Johan de Witt en zijn broer Cornelis door een woedende menigte gelyncht nadat zij beschuldigd werden van verraad; deze gebeurtenis geldt als een van de meest gruwelijke momenten uit de Nederlandse geschiedenis. Nog verder terug, in 1584, werd Willem van Oranje in Delft vermoord door Balthasar Gerards tijdens de strijd tegen Spaanse overheersing; vier jaar later ontstond de Republiek der Verenigde Nederlanden. In 1296 eindigde het leven van graaf Floris V met een moord door opstandige edelen in Muiderslot, toen het begrip “Nederland” nog niet bestond.

De afbakening van wat precies een ‘politieke moord’ is, is niet altijd helder. Personen zonder officiële functie maar met grote politieke invloed — zoals Charlie Kirk — kunnen ook doelwit zijn vanwege hun opvattingen. In Nederland wordt daarom ook gekeken naar zaken als de moord op filmmaker Theo van Gogh (2004), die door de dader expliciet ideologisch gemotiveerd werd. Evenzo kunnen executies van verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog of aanslagen op NSB’ers als politiek gemotiveerd worden beschouwd.

Sommige zaken zijn ambivalent: de moord op oud-D66-politica Els Borst (2014) had elementen van een politieke motivatie rond euthanasie, maar de rechter oordeelde dat de dader door ernstige psychiatrische problemen ontoerekeningsvatbaar was, waardoor de daad niet als puur politiek werd gekwalificeerd.

Hoewel Nederland historisch minder vaak politieke moorden kent dan de Verenigde Staten, toont de geschiedenis dat politieke geweld wel degelijk voorkomt — van middeleeuwse machtsstrijd tot moderne ideologische aanslagen. In tijden van oplopende polarisatie is dat een waarschuwende constatering: maatschappelijke spanningen kunnen tot geweld leiden en blijven een risico voor de democratische cultuur.