Poep eten op doktersrecept? Zo werkt de donordrol
In dit artikel:
Poep blijkt ineens een onwaarschijnlijke held in de geneeskunde: fecale microbiotatransplantatie (FMT), oftewel het overbrengen van darmflora van een gezonde donor naar een zieke patiënt, wordt in toenemende mate toegepast en levert vaak spectaculaire resultaten op.
Wat en hoe: bij FMT wordt donormateriaal in een laboratorium ontdaan van vezels en vaste stoffen, waarna de overgebleven, bacterierijke vloeistof via een sonde in de maag of twaalfvingerige darm wordt ingebracht. De behandeling is geurloos en smaakloos voor de patiënt; het is dus geen kwestie van “een broodje poep” eten.
Voor wie werkt het: vooral bij infecties met Clostridium difficile is FMT uitermate effectief—bijna 90 procent van de patiënten raakt na één behandeling klachtenvrij. Nederlands onderzoek (LUMC) laat zien dat de nieuwe, gezonde darmflora langdurig standhoudt; bij sommige patiënten bleef de verbetering tot drie jaar merkbaar. Daarom is FMT inmiddels in veel ziekenhuizen een standaardbehandeling voor hardnekkige C. difficile-infecties. Er bestaat bovendien een Nederlandse Donor Feces Bank die donoren werft.
Verder onderzoek en mogelijkheden: wetenschappers onderzoeken FMT ook buiten darminfecties. Een Italiaanse studie suggereert dat FMT de respons op immuuntherapie bij nierkankerpatiënten kan versterken—patiënten die FMT kregen reageerden bijna twee keer zo vaak op de behandeling. Vergelijkbare studies lopen bij uitgezaaide melanomen. Het onderliggende concept is dat een andere microbiota het immuunsysteem zodanig kan beïnvloeden dat tumoren beter reageren op therapie.
Beperkingen: FMT is geen wondermiddel voor alle darmaandoeningen. Bij inflammatoire darmziekten zoals colitis ulcerosa zijn de resultaten wisselend maar soms positief; voor de ziekte van Crohn is het bewijs nog zwak. Bij het prikkelbaredarmsyndroom bleken de uitkomsten tot nu toe teleurstellend. Meer grootschalig en langdurig onderzoek is nodig om indications, werkwijze en veiligheid verder te verfijnen.
Kortom: wat aanvankelijk als een banaal of onaangenaam idee klinkt, is uitgegroeid tot een potente medische interventie met bewezen meerwaarde bij bepaalde infecties en veelbelovende toepassingen in de oncologie—maar niet zonder beperkingen en nog altijd onderwerp van actief onderzoek.