Nieuwe echografische beeldvorming moet behandeling halsslagadervernauwing verbeteren
In dit artikel:
Bij oudere mensen stijgt het risico op een herseninfarct of TIA, en in ongeveer één op de vijf gevallen is een vernauwing van de halsslagader (carotis) de bron. Chirurgische behandeling van zulke vernauwingen is alledaags in ziekenhuizen, maar selectie van wie baat heeft van een ingreep is nog niet optimaal: volgens de onderzoekers Anne Saris (Radboudumc) en prof. Michel Reijnen (Universiteit Twente) moeten gemiddeld zes patiënten geopereerd worden om één infarct te voorkomen. Daarom starten zij een onderzoeksproject naar verbeterde diagnostiek en persoonsgerichte behandeling met een nieuwe ultrasone beeldvormingstechniek.
Wat wordt onderzocht en waarom
Het team wil met zeer snelle echografie — Velocity Vector Imaging — de bloedstroom in en rond vernauwde halsslagaders in beeld brengen. Deze methode maakt tot circa 10.000 beelden per seconde mogelijk, waarmee de snelheid en richting van groepjes rode bloedcellen nauwkeurig gevolgd kunnen worden. Doel is vast te stellen of verstoorde of ronddraaiende stromingen na een operatie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe vernauwingen en dus toekomstige beroertes. De onderzoekers veronderstellen dat dergelijke complexe stromingen vaker optreden na de CEAP-operatietechniek (carotisendarterectomie met patch) dan na de eversie techniek (ET), en dat dit samenhangt met een hoger risico op restenose.
Wie doet het onderzoek en waar
Het project wordt uitgevoerd door een samenwerking tussen Radboudumc en de Universiteit Twente, gefinancierd via het TURBO-programma. Prof. Reijnen, vaatchirurg en specialist in vasculaire beeldvorming aan de Universiteit Twente, en onderzoeksleider Anne Saris leiden het initiatief; promovendus Janna Ruisch voert de beeldvormende studies uit. Patiënteninclusie begint later dit jaar en onderzoek vindt plaats in Nijmegen (Radboudumc) en Arnhem (Rijnstate).
Wat het onderzoek vergelijkt
Chirurgen gebruiken twee hoofdtechnieken bij carotisoperaties: CEAP, waarbij de binnenste vaatlaag wordt verwijderd en een patch (eigen weefsel of synthetisch) wordt aangebracht, en ET, waarbij de arterie gedraaid wordt en de binnenlaag van binnenuit wordt verwijderd zonder patch. Beide technieken voorkomen acute beroertes, maar kennen specifieke nadelen: CEAP lijkt geassocieerd met een hogere kans op nieuwe vernauwing, terwijl bij ET onduidelijkheid bestaat over effecten aan het verste uiteinde van de slagader. De studie gaat de postoperatieve stromingspatronen na beide methoden documenteren en vergelijken.
Breder beeld: ook conservatief behandelde patiënten
Naast geopereerde patiënten nemen de onderzoekers ook mensen mee die vanwege minder dan 50% vernauwing geen operatie krijgen en alleen medicatie gebruiken. Er loopt al een cohort van 85 van zulke patiënten dat twee jaar gevolgd wordt om te zien welke bloedstromen rond de vernauwing aanwezig zijn en wanneer groei van de plaque optreedt. Door zowel stromingsdata als kenmerken van de vaatwand (samenstelling, vervormbaarheid, locatie) te combineren hopen ze beter te voorspellen wie uiteindelijk risico loopt op een TIA of infarct.
Praktische ambitie en vervolgstappen
Op termijn willen Saris en collega’s de techniek inzetten voor meer patiëntgerichte beslissingen: betere voorspelling van ziekteprogressie, beperken van onnodige operaties en tijdiger ingrijpen met medicatie of chirurgie. De methode wordt eerst geoptimaliseerd in twee dimensies; het beoogde volgende stadium is ontwikkeling naar 3D-beeldvorming om de complexe geometrie van bloedvaten nog nauwkeuriger te kunnen vastleggen.
Kortom: door gedetailleerde stroomscreening en aanvullende vaatwandmetingen hopen de onderzoekers de keuze voor en de uitkomst van behandeling bij halsslagadervernauwing te verbeteren, met als uiteindelijk doel minder onnodige ingrepen en betere preventie van beroertes.