Hoe kun je pijn bestrijden als er niets is dat pijn doet?

woensdag, 5 november 2025 (06:56) - Quest.nl

In dit artikel:

Patiënten die na een heup- of knieoperatie zouden moeten herstellen, houden soms toch pijn — en dat is niet louter psychologisch: scans laten activiteit zien in het pijncentrum van de hersenen, zelfs als er geen duidelijke pijnprikkel meer is. Twee belangrijke verklaringen spelen een rol.

Ten eerste leert het brein via conditionering gevaar te vermijden. Als een onschuldige sensatie (bijv. een grasspriet langs je been) ooit samen voorkwam met echte schade (zoals in een spijker stappen), kan het voelen van die sensatie later hetzelfde alarmsignaal oproepen. De associatie maakt dat het brein “PIJN” afvuurt, ook zonder actuele verwonding.

Ten tweede bestaat het fenomeen sensitisatie: bij langdurige of herhaalde pijn raken zenuwen en het centrale zenuwstelsel overgevoelig. Chronische pijn maakt de drempel lager, waardoor nare gewaarwordingen makkelijker als pijn worden ervaren. In Nederland hebben ongeveer 3,5 miljoen mensen een vorm van chronische pijn; langdurige pijn verhoogt niet je pijngrens, maar verlaagt juist je gevoeligheid voor nieuwe pijnprikkels. Dit verklaart waarom röntgenfoto’s niet altijd corresponderen met de pijnbeleving: er kan weinig zichtbare schade zijn, maar toch veel hersenactiviteit.

Die mismatch heeft praktische gevolgen: mensen gaan bewegen vermijden uit angst, terwijl juist beweging vaak helpt bij herstel. Medicatie is een veelgebruikte maatregel, maar heeft bijwerkingen en kan verslavend zijn — wereldwijd een groot probleem — waardoor artsen naar andere oplossingen zoeken.

Onderzoekers gebruiken slimme experimenten om te begrijpen hoe pijn in het brein ontstaat en te manipuleren hoe mensen pijn ervaren. Een bekend voorbeeld is de rubberhand‑illusie: het vervangen van je hand door een plastic model en daarop een harde tik geven kan toch als pijnlijk worden ervaren, wat sensitisatie en de rol van perceptie illustreert. Ook wordt gekeken naar mentale technieken (bijv. meditatie) en naar de invloed van gedachten: wie gelooft dat pijn het leven beheerst, voelt doorgaans meer pijn dan iemand die het als tijdelijk beschouwt.

Voor patiënten is de belangrijkste boodschap therapeutisch relevant: beweging en een realistische, niet-catastroferende houding helpen vaak meer dan passief lijden of overmatig vertrouwen op pijnstillers. Cognitieve benaderingen, bewegingsprogramma’s en pijneducatie (uitleg over hoe het brein pijn verwerkt) kunnen voorkomen dat een “grasspriet” verandert in een “spijker”.