Heeft een brein met dementie een automatische piloot?
In dit artikel:
Mensen met dementie kunnen tegelijk ontluisterend veel vergeten en verbluffend vaardig blijven in complexe bewegingen: een ex-ballerina voert routinematig haar oude pasjes uit en een patiënt speelt zonder moeite een ingewikkeld pianostuk, terwijl gesprekken en herkenning van naasten wegvallen. Dit schijnbare raadsel hangt samen met waar en door welke ziekte de hersenen beschadigd zijn.
Dementie is geen eenduidige ziekte maar een verzamelnaam voor syndromen die ontstaan door onderliggende aandoeningen — zoals Alzheimer, Parkinson of vaatproblemen — en pas spreken van dementie wanneer iemands zelfstandig functioneren ernstig wordt beperkt. Welke functies achteruitgaan, bepaalt vooral welke hersengebieden zijn aangetast. Bewegingspatronen die ooit geautomatiseerd zijn en andere motorische circuits kunnen relatief lang intact blijven, terwijl gebieden voor geheugen, taal of ruimtelijke verwerking eerder falen. Dat verklaart waarom iemand motorisch nog ‘kan’ wat hij vroeger leerde, zonder dat het bewuste denken of de woordvorming meewerkt.
Bij Alzheimer stapelen zich eiwitten op (plaques en kluwens) die de signaaloverdracht verstoren en uiteindelijk leiden tot celverlies; dat proces kan decennia in beslag nemen, wat onderzoek en vroege opsporing bemoeilijkt. Bovendien verschilt het ziektebeeld met de leeftijd: Alzheimer die op latere leeftijd begint toont vaak eerst geheugenverlies, maar bij jongere patiënten treden vaker taal- of visuele-ruimtelijke problemen op — de reden voor dat verschil is nog onduidelijk.
Het idee van een autonome ‘autopiloot’ die bewegingen overneemt, wordt verworpen; beter gezegd blijven sommige netwerken langer functioneren terwijl andere wegvallen. Er zijn ook lichtpunten: leefstijlfactoren lijken het risico op dementie te beïnvloeden en er lopen onderzoeken naar medicatie die het ziekteverloop mogelijk kan vertragen. Deze middelen worden momenteel kritisch beoordeeld door instanties zoals het Zorginstituut en zullen waarschijnlijk maar bij een beperkte groep patiënten effectief blijken.
De variatie tussen patiënten benadrukt dat dementie geen uniform ziektebeeld is, wat gevolgen heeft voor onderzoek, behandeling en zorg: maatwerk blijft cruciaal.