Hagedissenshampoo voor glanzend haar en perzikpit tegen hoofdpijn: zo zagen middeleeuwse doktersrecepten eruit
In dit artikel:
Nieuw onderzoek uitgevoerd door een internationaal team uit onder andere Noorwegen, de Verenigde Staten en Nederland werpt nieuw licht op de middeleeuwse geneeskunde. Door het bestuderen van honderden middeleeuwse manuscripten ontdekten zij dat de medische kennis uit die tijd veel geavanceerder was dan vaak wordt aangenomen. In totaal kwamen zij 198 onbekende manuscripten met medische inhoud tegen, wat het aantal bekende middeleeuwse medische teksten verdubbelde.
Uit de manuscripten blijkt dat middeleeuwse genezers de natuur nauwlettend observeerden en systematisch experimenteerden met planten zoals rozemarijn, koortskruid en tijm. Deze kennis werd zorgvuldig vastgelegd en was gebaseerd op ervaring en logisch redeneren, niet louter op bijgeloof of kwakzalverij. Dit wetenschappelijke karakter contrasteert sterk met het stereotype beeld van een primitieve en bijgelovige middeleeuwse geneeskunde.
Daarnaast tonen sommige middeleeuwse remedies verrassende overeenkomsten met hedendaagse gezondheidsinzichten. Zo is het gebruik van rozenolie als pijnstiller bijvoorbeeld wetenschappelijk onderbouwd. Ook richtten middeleeuwse zorgpraktijken zich niet alleen op genezing, maar ook op preventie en een holistische levensstijl. Teksten beschrijven gebalanceerde diëten, kruidendrankjes zoals saliewijn voor de spijsvertering en muntthee tegen buikklachten, evenals het belang van nachtrust en frisse lucht.
Niet alle remedies waren conventioneel: een gevonden recept voor shampoo bevatte onder andere hagedissenas, gecombineerd met olie, rozemarijn en een ontsmettende wasbeurt met zout en azijn. Dit mengsel vormde waarschijnlijk een vroege vorm van zeep met reinigende en geurende eigenschappen. Ondanks het soms vreemde karakter van deze middelen, valt er een parallel te trekken met moderne schoonheidsrituelen, die soms ook ongewone ingrediënten bevatten.
Dit nieuwe onderzoek onderstreept dat middeleeuwse geneeskunde meer dan alleen bijgeloof was en toont de nieuwsgierigheid en het methodische karakter van toenmalige zorgverleners. Zo wordt het beeld bijgesteld van een periode die niet alleen door ziekten en onwetendheid werd gekenmerkt, maar ook door opmerkelijke inzichten in gezondheid en genezing.