Geen prinsjes, wel Prinsjesdag?

maandag, 15 september 2025 (16:42) - Quest.nl

In dit artikel:

Prinsjesdag verwijst niet naar kleine prinsen of prinsesjes, maar naar eeuwenoude volksfeesten ter ere van de (Prins van) Oranje. In de zeventiende en achttiende eeuw werd onder die benaming herhaaldelijk gevierd bij verjaardagen, overwinningen of huwelijken van de vorstelijke familie van Oranje; het woord sloeg dus op de Prins van Orange, een erfelijke adellijke titel die sinds 1544 verbonden was aan Willem van Nassau en zijn mannelijke nazaten.

De moderne betekenis van Prinsjesdag — de dag waarop de koning(in) in de Ridderzaal de troonrede uitspreekt — ontwikkelde zich later. De allereerste troonrede vond plaats op 2 mei 1814, maar sinds 1888 is de ceremonie vaste prik op de derde dinsdag van september. In de negentiende eeuw veranderde het publieke ritueel echter: met koningen en koninginnen na de Franse tijd werden verjaardagen van de vorst onder namen als Koningsverjaardag of Koninginnedag gevierd, waardoor de term Prinsjesdag uit gebruik raakte.

De oude naam keerde terug in 1933, toen de media tijdens koningin Wilhelmina’s 35-jarig jubileum de historische aanduiding weer oppakten. Die landelijke huldigingsstoet culmineerde toevallig in Den Haag met de troonrede in september, en sindsdien is Prinsjesdag vastgegroeid aan die specifieke datum en ceremonie — ook al zijn er nu koningen en prinsessen in plaats van uitsluitend prinsen.

Kort: de naam Prinsjesdag is een overblijfsel uit een tijd dat “prins” een regerende titel was en verwijst naar bezoekers- en feesttradities rond de Prins van Oranje; de huidige politieke en ceremoniële invulling dateert van de 19e en vroege 20e eeuw en hangt samen met de troonrede in de Ridderzaal op de derde dinsdag van september.