Europa bouwt aan een drone-muur tegen Russische dreiging

dinsdag, 30 september 2025 (09:38) - Techniek & Wetenschap

In dit artikel:

In de nacht van 9 op 10 september vlogen tientallen Russische militaire drones onverwacht het Poolse luchtruim binnen; Nederlandse F‑35’s schoten enkele toestellen neer. Kort daarna bleek ook civiele infrastructuur kwetsbaar: de luchthaven van Aalborg (Denemarken) moest meerdere keren tijdelijk sluiten na drone‑vluchten die aan Rusland werden gelinkt. Die incidenten wakkerden in Europa de discussie aan over een structurele verdediging tegen drones.

Experts benadrukken dat er geen enkel instrument is dat alle dreigingen oplost; effectieve verdediging vereist gelaagde systemen van detectie tot neutralisatie, gecombineerd met snelle besluitvorming en veel automatisering. Mark Voskuijl (professor weapon and aviation systems) wijst erop dat preventieve, offensieve maatregelen zoals het raken van lanceerbases of het blokkeren van toeleveringsketens nuttig kunnen zijn, maar in Europa vaak niet haalbaar zijn zonder escalatie met Rusland. Daarom richt de focus zich op opsporen en onderscheppen zodra drones zijn gelanceerd.

Detectie steunt op een mix van sensoren. RF‑ontvangers luisteren naar de radiosignalen tussen drone en operator, maar raken minder effectief zodra drones autonoom vliegen of via een fysieke kabel functioneren. Radar moet aangepast worden voor kleine, laagvliegende objecten. In Oekraïne winnen akoestische systemen terrein: microfoons registreren het typische gezoem van drones en AI filtert dat uit achtergrondgeluid (voorbeeld: het Sky Fortress‑systeem). Al die bronnen samen leveren veel data, waarvoor volgens Patrick Bolder (The Hague Centre for Strategic Studies) AI‑gestuurde fusie en coördinatie onmisbaar is.

Voor onderschepping bestaan dure en goedkope opties. Het inzetten van gevechtsvliegtuigen of luchtafweerraketten is effectief maar economisch onevenwichtig: een Shahed‑type drone is veel goedkoper dan de raketten of geleide wapens die hem neerhalen. Daarom worden in conflictgebieden en in defensie‑labpraktijken alternatieven ontwikkeld: interceptor‑drones die andere drones rammen, vangen of autonoom opofferen; pantservoertuigen met luchtafweerkanonnen zoals de Skyranger; jamming om besturingssignalen te verstoren; en experimentele laserwapens die per schot goedkoop zijn, maar hoge ontwikkelingskosten en operationele beperkingen (bijvoorbeeld bij slecht weer) kennen.

Nederlandse bedrijven spelen actief mee: Delft Dynamics ontwikkelt zowel de civiele DroneCatcher (netwerper) voor evenementen en luchthavens als de militaire BASTA‑interceptor, een compacte, snelle FPV‑achtige drone die doelwitten autonoom kan volgen en uitschakelen. Volgens Delft Dynamics‑CEO Arnout de Jong kost zo’n interceptor minder dan tienduizend euro — een fractie van wat een luchtraketsysteem vergt.

Belangrijke uitdagingen blijven: de diversiteit aan te verdedigen objecten (lange oostflank, luchthaven- en haveninfrastructuur zoals Schiphol, Rotterdam en Vlissingen) vereist verschillende oplossingen en inzetpatronen; bureaucratische belemmeringen en trage aanbestedingsprocedures vertragen innovatie en inzetbaarheid; en een totale afdichting is onrealistisch omdat tegenstanders met autonome of veelvuldige lanceringen blijven variëren.

Kortom: Europa en Nederland zijn sinds de recente incidenten alerter, maar moeten investeren in een gelaagde mix van sensoren, goedkope interceptiemiddelen en AI‑gestuurde coördinatie om effectief te kunnen reageren. Met voldoende politieke wil, versnelde inkoop en ruimte voor snelle innovatie is volgens experts een robuustere verdediging tegen droneaanvallen wel haalbaar, maar de tijdsdruk en het grote geografische bereik vormen reële obstakels.