Emigreren na je pensioen: maakt dat gelukkig?
In dit artikel:
Steeds meer Nederlandse gepensioneerden verruilen Nederland voor een buitenlands pensioenleven, maar het geluk dat ze verwachten is niet altijd radicaal groter. Onderzoek van Juul Spaan (NIDI) toont dat het aantal Nederlandse pensioenmigranten buiten België en Duitsland is gegroeid van circa 1.500 in 1995 naar bijna 4.000 in 2023. Populaire bestemmingen zijn vooral Frankrijk, Spanje en Portugal; andere motieven spelen ook mee: Hongarije vanwege lage kosten, Thailand als plek voor een frisse start en landen als Israël of Indonesië vanwege culturele of familiale bindingen.
Drie op de vier vertrekkers zegt zich na emigratie veel gelukkiger te voelen, maar op een 1–5-schaal is het verschil met in Nederland blijvende gepensioneerden klein (ongeveer 4 versus 3,7). Spaan waarschuwt dat mensen hun keuze soms willen rechtvaardigen, waardoor problemen minder snel worden toegegeven. Hoewel ruim 80 procent geen spijt heeft van de stap, keert naar schatting ongeveer een op de drie uiteindelijk weer terug. Belangrijkste terugkeermotivaties zijn gezondheidsproblemen en gemis aan familie en sociale zekerheid; de Nederlandse zorg en bestaande netwerken blijken voor velen doorslaggevend.
Wie wil emigreren, doet er verstandig aan zich goed voor te bereiden: meerdere bezoeken vooraf, de lokale taal leren, sociale contacten opbouwen en een vaste huisarts regelen versnellen het thuisgevoel. Financiële planning is cruciaal: zo’n 17 procent zegt dat terugkeren praktisch niet haalbaar is. Praktische tips zijn onder meer het verhuren in plaats van verkopen van het Nederlandse huis en het onderhouden van contacten in Nederland om een vangnet te behouden.
Kort: een zonnig klimaat kan bijdragen aan welzijn, maar duurzaam geluk als pensionado in het buitenland hangt sterk samen met voorbereiding, gezondheid, financiën en sociale verbondenheid.