Astronomen hebben het grootste object in het heelal ontdekt

In dit artikel:

De recent ontdekte superstructuur in het heelal, genaamd Quipu, heeft een omvang van 1,4 miljard lichtjaar en omvat ongeveer zeventig superclusters van sterrenstelsels. Deze ontdekking is gedaan door het team van astronoom Hans Böhringer van het Max Planck Instituut in München, die geïnspireerd werd door het Inca-telsysteem met geknoopte touwen. De structuur, die zich uitstrekt als een hoofdader met vertakkingen, overtreft de eerder ontdekte Grote Muur van Sloan in lengte.

De gegevens voor deze ontdekking zijn verkregen met behulp van de Duitse röntgensatelliet ROSAT, die richt zich op clusters van sterrenstelsels op honderden miljoenen lichtjaren afstand. Deze ontdekking roept vragen op over het kosmologisch principe, dat stelt dat materie in het universum gelijkmatig is verdeeld. De aanwezigheid van enorme structuren zoals Quipu lijkt deze regel te weerleggen. Böhringer pleit ervoor om het heelal op een grotere schaal te beschouwen, terwijl andere astronomen, zoals Alexia Lopez, opmerken dat er geen eenduidige consensus is over de definitie van dit principe.

Er zijn ook twijfels over de mate waarin de clusters binnen Quipu daadwerkelijk gravitationeel met elkaar verbonden zijn. Dit kan invloed hebben op de toekomst van de structuur wanneer het universum verder uitdijt, waarbij sterrenstelsels mogelijk uit elkaar drijven in plaats van naar elkaar toe.