Antimaterie gaat voor het eerst op transport buiten een lab

In dit artikel:

Bij de Europese deeltjesonderzoeksorganisatie CERN wordt binnenkort antimaterie voor het eerst met vrachtwagens vervoerd van het lab waar het geproduceerd wordt naar twee andere locaties op het terrein. Dit transport is het resultaat van jaren van onderzoek en is gepland voor de tweede helft van 2025. Antimaterie, de spiegelversie van gewone materie met tegengestelde eigenschappen, wordt onder zeer specifieke omstandigheden gemaakt en bestaat vaak maar kort doordat het annihileert bij contact met gewone materie.

Het vervoer vereist complexe techniek, inclusief krachtige magneten en vacuümsystemen die tot -269 graden Celsius gekoeld worden. Dit voorkomt dat de antimateriedeeltjes in beweging komen en tegen de wanden van de transportkoker botsen, wat zou resulteren in hun verdwijning. Onderzoekers zijn ook bezorgd over vibraties tijdens het transport.

De twee betrokken onderzoeksgroepen hebben verschillende doelen. De BASE-STEP-groep wil antiprotonen naar een rustiger lab verplaatsen om hun eigenschappen beter te begrijpen en zo een fundamentele vraag in de natuurkunde te onderzoeken: waarom is er meer materie dan antimaterie in het universum? De andere groep, PUMA, is van plan om antiprotonen naar het ISOLDE-lab te vervoeren om de structuur van kortlevende atoomkernen te bestuderen.

Tegen de achtergrond van deze ontwikkelingen zijn er zelfs plannen om antimaterie op grotere schaal te transporteren naar andere universiteiten, zoals de Heinrich Heine-Universiteit in Düsseldorf. Desondanks blijft de dreiging van scenario's zoals het opblazen van het Vaticaan een fictieve zaak, aangezien er wereldwijd niet genoeg antimaterie is om een dergelijke explosieve gebeurtenis te realiseren.