5 redenen waarom je niet eeuwig moet willen leven
In dit artikel:
Onze levensverwachting is de afgelopen eeuw sterk gestegen en sommige wetenschappelijke ontwikkelingen suggereren dat we die grens mogelijk verder kunnen oprekken. Toch zijn er stevige argumenten om terughoudend te zijn met het nastreven van extreem hoge leeftijden. Vijf kernpunten uit het artikel:
- Gezondheid boven leeftijd: langere levensjaren betekenen niet automatisch jaren van goede gezondheid. Een Noors onderzoek uit 2021 onder ruim 800 mensen van 60+ liet zien dat de gewenste leeftijd om te sterven flink daalt wanneer ouderen hypothetisch kampen met aandoeningen als dementie of chronische pijn. Kwaliteit van leven weegt dus zwaar bij de vraag hoeveel extra jaren wenselijk zijn.
- Continu verlies van naasten: als één persoon veel ouder wordt dan zijn generatiegenoten, volgt een opeenvolging van sterfgevallen van partner, vrienden en zelfs kinderen. Dat permanente rouwen en het verlies van betekenisvolle relaties kan de wens om zelf lang te blijven leven sterk verminderen; ook Nederlands onderzoek wijst op de rol van sociale verbondenheid voor levensvreugde.
- Ontwrichting van maatschappij en systemen: demografische veranderingen hebben grote gevolgen voor zorg, arbeidsmarkt en pensioenen. Ter illustratie: rond 1900 lag de gemiddelde levensverwachting rond 48 jaar (vooral door hoge kindersterfte); volgens het CBS ligt die voor nu geboren kinderen rond de 83 jaar. Als mensen structureel veel ouder worden, zullen bestaande systemen onder extra druk komen te staan.
- Druk op de planeet: meer (en langduriger aanwezige) mensen betekent meer consumptie en groter beslag op natuurlijke hulpbronnen. De wereldbevolking steeg van circa 6 miljard in 2000 naar ruim 8 miljard nu; een significante toename van levensduur zou die ecologische last verder opvoeren.
- Verlies van betekenis en urgentie: veel filosofen stellen dat eindigheid mede zorgt voor zinvol handelen. Als er altijd later is, verliest doelen stellen urgentie en dreigt repetitieve ervaring te vervelen of tot apathie te leiden.
Kortom: hoewel medische en technologische vooruitgang levensjaren kan toevoegen, roept extreem langer leven belangrijke ethische, sociale en ecologische vragen op. Discussies over levensverlenging moeten daarom niet alleen technische mogelijkheden meenemen, maar ook aandacht hebben voor gezondheidsschaarste, sociale relaties, maatschappelijke organisatie en de vraag wat een goed en zinvol leven is.